Woorden doen ertoe!

Shermin Amiri

Shermin Amiri

Sinds gisteren ben ik bezig om te reflecteren op de uitspraken van de staatssecretaris Broekers-Knol over de braindrain, de huidige opvangcrisis, en haar poging om de kloof te dichten tussen wat men verwacht van haar en wat zij kan leveren. Ik ben niet van plan om een inhoudelijke analyse te schrijven over wat ertoe heeft geleid dat de opvangcapaciteit van het COA onder zulke grote druk is komen te staan. Er is namelijk al genoeg gezegd en geschreven hierover. Haar uitspraak over de braindrain en haar oproep erover na te denken kwamen echter bij mij heel hard binnen.


Dit jaar wordt het tien jaar sinds ik als vluchteling mijn geliefde moederland heb moeten achterlaten. Sindsdien is er geen enkele dag geweest dat ik me niet heb afgevraagd of ik ooit nog eens langs de rivier Karoon in mijn stad zou kunnen lopen. De woorden van mevrouw Broekers-Knol hebben mij diep van binnen geraakt. Ik moest denken aan alle momenten die ik de afgelopen jaren heb moeten missen. Momenten van samen zijn, elkaar in de armen vallen, samen vieren of rouwen.


Ik moest denken aan alle gesprekken die ik niet heb kunnen voeren, alle woorden die ik niet heb kunnen uitbrengen en alle liefde die ik niet heb kunnen uiten. Ik moest denken aan alle momenten die ik hier in ballingschap alleen heb moeten rouwen en geen afscheid heb kunnen nemen van mijn geliefden die er niet meer zijn. Kortom, denken aan alle kansen die mij ontnomen zijn. De kans om in vrijheid en veiligheid in mijn eigen land te mogen leven. De kans om mijn idealen zoals gelijkheid en vrouwenrechten in mijn geliefde moederland na te streven en samen met anderen toe te werken naar een toekomst waar alle vrouwen in mijn land zoals mevrouw Broekers-Knol ook een prachtige carrière kunnen maken.


Mensen die uit angst voor geweld en vervolging bereid zijn om alles achter te laten, afschilderen als gelukzoekers en hun vlucht naar een veilig land een braindrain te noemen, is kil en zoals Hans Nijenhuis in zijn stuk in het AD aangaf, een “dodelijke belediging”. 


In een reflectie in de Volkskrant stak Sigrid Kaag de hand in eigen boezem en heeft gereflecteerd op haar eigen opstelling in een debat. Ik citeer haar als afsluiting van dit stuk: “Wat leiders zeggen doet ertoe. Woorden doen ertoe. Woorden kunnen verwonden en vernietigen, maar ook helen en beschermen. Daarom is het waardige weerwoord ­essentieel. Dat is niet makkelijk.”